Cookie beleid Schoten

De website van Schoten is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Peter Hoppenbrouwer

Peter Hoppenbrouwer

In het analoge tijdperk dat Studio Voetbal nog Sport in Beeld heette waren er in Haarlem-Noord verscheidene voetbalverenigingen actief. De verenigingen waren bijvoorbeeld: D.S.B. (De Sterren Boys), E.H.S. (Eendracht Houdt Stand), Onze Gezellen, Renova, S.A.C. (Samen Amicaal Collegiaal), Schoten, Telefonia, Vliegende Vogels en VV Hercules (Donald van de Eijkhof).

VV_Schoten_entree.png

Het Schoten gevoel ontstond bij mij in 1964. In dat jaar meldde ik mij, als 11 jarige, aan als spelend lid bij Bert Phillipo jr. De eerste reden voor mijn keuze was niet moeilijk daar Schoten een begrip was in de regio Haarlem met een grote jeugd- en senioren afdeling. De tweede en belangrijkste reden was dat een aantal buurt- en klasgenoten lid was van Schoten.

Op het moment van aanmelden had ik voetbalervaring opgedaan met voetbal op straat (“putten”). Dat kon toen nog daar er nauwelijks auto’s in het straatbeeld  aanwezig waren. Daarnaast nam ik deel aan het straatvoetbal dat plaats vond op het voetbalveld van speeltuinvereniging Het Vondelkwartier en later op het voormalige O.G. terrein. Op deze terreinen bevindt zich nu het huidige Schoten complex.

Het straatvoetbal werd populairder en er namen steeds meer verenigingen aan deel. Zoals onder meer S.V. Nieuw Guinea, deze vereniging was een initiatief van Bert Buter. Deze zorgde ervoor dat er doorgaans kwalitatief goede teams op de been werd gebracht. Naderhand had ik ook de eer voor deze vereniging uit te mogen komen.

Mijn voetbalcarrière begon bij de pupillen. Er was nauwelijks geld (!) voor voetbalschoenen dus erfde ik de voetbalschoenen van mijn oudere broer die deze weer geërfd had van mijn oudste broer. Het waren geen groene, gele, blauwe of roze schoenen. De schoenen waren zwart  en hadden stalen neuzen (merk Quick) en je kon er lekker mee “punteren”.

In het non-digitale tijdperk kreeg je elke dinsdag een handgeschreven, gele aanschrijving. Hierop stond vermeld tegen welke club je op zaterdag moest voetballen en was voorzien van het wedstrijdnummer. Bij twijfelachtig weer kon je bij Sporthuis Noord (hoek Vergierdeweg/Leeuwerikstraat) controleren of de wedstrijd al of niet doorgang vond. Op de aanschrijving kon ook de afkorting RES staan. Dan had je de rest van de week behoorlijk de ziekte erin.

Bij  Schoten werd er in die tijd ook al aan teambuilding gedaan. De uitwedstrijden werden veelal op de fiets ondernomen en dan werd er verzameld op de Jan Gijzenbrug. Op een gegeven moment stond de uitwedstrijd tegen S.I.Z.O. (Spelen In Zwart Oranje) uit Hillegom op het programma.  Het regende dat het goot, ik dacht slim te zijn en vroeg geld voor de bus naar het bollendorp. Er werd mij thuis, echter, gevraagd hoe mijn medespelers naar de uitwedstrijd zouden gaan. Ik kon niet anders antwoorden dat er afgesproken was dat we op de fiets naar Hillegom zouden gaan. Als antwoord kreeg ik dat ik mijn medespelers niet in de steek kon laten. Dus nat geregend naar S.I.Z.O., nat tijdens de wedstrijd en nat weer thuis. Dat was dus een goede mentale training en positief voor de weerbaarheid.

De resultaten van ons pupillenelftal vielen niet mee, zo niet heel erg tegen. Er werd nauwelijks een wedstrijd gewonnen, maar wij als spelers bleven enthousiast en gemotiveerd. De enige tactiek die we konden hanteren was “weg is weg-voetbal”. Naarmate het elftal langer met elkaar speelde en wij als spelers ouder werden kregen wij meer inzicht in het spel. Hierdoor leverde het elftal, bij de aspiranten onder leiding van de heer Henk Melchers, betere resultaten.

Nadat Jos Knevel als trainer van de A-Junioren was aangesteld zorgde hij voor een positieve wending wat betreft de resultaten. De trainer bouwde aan het saamhorigheidsgevoel en verbeterde de teamgeest van het elftal. Door gerichte trainingen verbeterde de conditie, de technische- en tactische inzichten. Er werd op het scherpst van de snede getraind waar wij elkaar niet ontzagen. Daar de kern van het elftal reeds jaren met elkaar voetbalde en de positieve, bovengenoemde ingrediënten ging het elftal steeds beter presteren. Er waren enige spelers ( Marcel van Luijk en Rene Stuur) van dit elftal die een vaste waarde werden van Schoten 1. Toegevoegde waarde voor het goed functioneren van het elftal was de betrokkenheid van de immer enthousiaste, initiatiefrijke, clubicoon Bert Buter. In die periode werden ook de reizen naar Stockton-on-Tees georganiseerd.

Daar bij mij de kwalitatieve capaciteiten ontbrak voor Schoten 1 maakte ik, een aantal jaar, deel uit van Schoten 2. Naderhand kwam ik nog twee jaar voor het zaterdag elftal uit. Inmiddels was ik verhuisd naar IJmuiden en werd ik, in 1979, lid van de plaatselijke atletiekvereniging. Ik ben 25 jaar lid geweest van a.v. Suomi.

Dat Schoten een actieve en initiatiefrijke vereniging was bleek uit het feit dat er een tribune verrees (initiatief van de vader van mijn oud team- en klasgenoot  Geer Buter) en daarnaast werd er een nieuwe kantine gerealiseerd. De feestavonden die werden georganiseerd waren een belevenis. Vaak werden deze opgeluisterd door het optreden van “De Corada’s”. Het duo bestond uit Cor Bury en zijn vrouw Ada.

Aan het voetballen in de jeugd bij Schoten denk ik met veel genoegen en plezier terug. De mooiste ervaringen waren voor mij de talrijke jeugdtoernooien waaraan werd deelgenomen. Vooral het toernooi van O.V.V.O. (Op Volharding Volgt Overwinning) in de Watergraafsmeer was een geweldig en goed georganiseerd toernooi. Bij dit toernooi namen zowel de voetbaltak als de honkbaltak van Schoten deel.

In mijn beleving heb ik Schoten ervaren als een hechte en sociale vereniging waar ik met veel plezier aan terug denk. Ik heb geprobeerd ook iets te doen zoals: aanschrijvingen en het cluborgaan (“De Schotenflits”) rond brengen, organiseren van jeugdtoernooien. Daarnaast maakte ik met Ruud Bonke, enige jaren deel uit van de redactie van het clubblad “De Scrimmage” (opvolger van de “Schotenflits”).

De meest onuitwisbare indruk, echter, hebben de twee reizen naar Engeland op mij gemaakt. Het was een ongelofelijke ervaring voor ons jongeren om in Stockton te verblijven en te voetballen. Wat opvallend was, was de onvoorwaardelijke gastvrijheid en de vriendelijkheid die wij ontvingen van de Engelsen, de voetbalclubs in het algemeen en van Edna en Chris Anderson in het bijzonder.

De wedstrijd tegen Middlesbrough verloren wij kansloos, gezien het grote kwaliteitsverschil maar ook mede het hoge tempo waarin de jeugdspelers speelden. Na afloop van de wedstrijd verklaarde de jeugdtrainer van MFC Jimmy Greenhalgh: ‘The best player of the Dutch is the guy with the specs’. De naam van die speler is mij helaas ontschoten maar het was een technisch begaafde speler en een fervent fan van de Beatles.

Peter Hoppenbrouwer

Bovenzicht.png

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!